‘Ik denk dat ik maar weer terug de kast in ga.’ zegt hij een beetje schuchter tegen me.
Ik kijk ‘m aan en samen schieten we dan toch heel kort in een bevrijdende lach. ‘Nee, ik snap dat dat natuurlijk niet kan.’ Hij zucht. ‘Maar ik weet nu echt niet verder. Ik was zo opgelucht en bijna euforisch toen ik B. leerde kennen en verliefd op hem werd en als vanzelf in een relatie met hem gleed. Het was heerlijk dat het allemaal zoveel eenvoudiger was dan ik ooit voor mogelijk had gehouden.’ Hij zucht weer en nog dieper. De vertwijfeling is van zijn gezicht te lezen.
‘Dus behalve hem, ben je nu ook het vertrouwen in de toekomst en jezelf kwijt?’ vraag ik hem. ‘Heb je het gevoel dat je terug bent bij af en opnieuw die coming out berg over moet?’ ‘Ja’ knikt hij stilletjes.
Er fluit een vogel in een van de achtertuinen. Een late vogel, die nog niet naar warmer oorden is vertrokken.
‘Dus behalve hem, ben je nu ook het vertrouwen in de toekomst en jezelf kwijt?’ vraag ik hem. ‘Heb je het gevoel dat je terug bent bij af en opnieuw die coming out berg over moet?’ ‘Ja’ knikt hij stilletjes.
Er fluit een vogel in een van de achtertuinen. Een late vogel, die nog niet naar warmer oorden is vertrokken.
‘Toen hij besloot naar de USA te vertrekken voor zijn werk, wist ik eigenlijk al dat het mis zou gaan. De avond dat hij me vertelde dat hij dat wilde had ik zo’n raar gevoel in mijn buik. Het was net alsof alles instortte vanbinnen. Ik had een heel zwaar gevoel… terwijl er toen ogenschijnlijk nog niets aan de hand was tussen ons. Hij zag een heel perspectief voor zich. We zouden dagelijks contact houden, via Facetime en Whatsapp en ik zou op den duur naar hem toekomen. Dat wilde hij dan hè.’ Hij keek me een beetje schuin aan, met een blik die voldoende zei over hoeveel vertrouwen hij er toen al in had.
‘Had je toen al het gevoel dat hij een einde aan jullie relatie maakte?’
‘Ik had het gevoel alsof hij een einde aan mij maakte …’ Er trekt een schaduw van somberte en boosheid over zijn gezicht.
‘Neem je hem dat kwalijk?’
‘Nee, ja, nee, dat weet ik eigenlijk niet. Zo raar dat ik toen al voorvoelde dat ik door zijn vertrek eerst zijn fysieke aanwezigheid en daarna ook zijn liefde en vervolgens ook nog het vertrouwen in mezelf zou verliezen.’
B. had zich, aangekomen in New York, vrijwel direct in het New Yorkse nachtleven ondergedompeld. Van dagelijks contact met zijn vaste vriend in Nederland kwam steeds minder tot het helemaal doodbloedde, ook onder de druk van de voortdurend aandringende wanhopige achtergelatene.
‘Ik heb het gevoel dat ik in de kelder op de grond zit.’
‘Misschien zit je daar wel even rustig.’ zeg ik, niet om hem op te vrolijken, maar omdat ik denk dat het heel goed is om even stil te staan bij verdriet, in stilte en rust. Met jezelf. De weg naar boven dient zich dan zeker weer aan.