Veel mensen vragen aan mij waarom ik dit werk ben gaan doen.
”Waarom Hester, wil je de hele dag die droevige verhalen aanhoren over verloren en gestopte relaties. Van dromen die niet uitkomen, van verlangens die geen gehoor krijgen, van verliefdheden die stranden, en eindigen in een diepe put van verdriet, zelfverwijt, schaamte, eenzaamheid, isolatie, schuld en boosheid”.
Van mislukte relaties tot stiekeme affaires en schrijnende echtscheidingen met verwarde kinderen. En financiële sores, moeizame huizentochten, familieruzies, beëindigende vriendschappen, gezondheidsklachten als gevolg van al die gestopte relaties en vooral heel, heel veel verdriet.
Laat me jou vertellen hoe ik terecht ben gekomen bij het gebroken hart.
Tijdens mijn afgelopen Paasvakantie op het magische eiland Madeira ben ik gaan mijmeren over de vraag waarom ik liefdesverdriet psycholoog geworden ben. De zalige leegte in deze vrije dagen gaf mij aanleiding om over deze kwestie dieper na te denken.
Temeer omdat ik al sinds 1997 als psycholoog werkzaam ben. Best een lange tijd en als ik het aantal behandelde cliënten zou optellen, kom ik gemakkelijk uit bij honderden cliënten. Honderden verhalen over leed, mislukte beloftes en verloren dromen. Maar ook evenzo goed heel veel verhalen over hernieuwd geluk, onverwacht plezier en zinvol herstel.
Mijn carrière begon overigens niet met het bestrijden van liefdespijn. Nee, ik begon als kinderpsycholoog bij een GGZ-instelling en ben pas in 2008 voor mezelf gaan werken in een eigen praktijk. In 2015 ben ik gestopt met het behandelen van kinderen en overgestapt naar volwassenen. Die keuze maakte ik omdat de administratieve ballast van de jeugdzorg te veel werd.
Na twee jaar met volwassenen te hebben gewerkt, bezorgde een pijnlijke relatiebreuk mij een nieuwe koerswijziging van mijn praktijkvoering. Ik ging voortaan volwassenen helpen bij het genezen van hun gebroken hart.
Terug naar de Waarom vraag:
Waarom ben ik mensen gaan helpen bij hun gebroken hart? Een van de antwoorden is natuurlijk dat ik een grote behoefte voel om mensen te helpen; het helpen van mensen is mij met de paplepel ingegoten. Een obligaat antwoord: natuurlijk wil iedere psycholoog helpen. Mijn drive heeft met diepere lagen te maken.
Ik groeide op in een nietszeggend christelijk stadje, alwaar mijn vader huisarts was. Hij had een grote praktijk en dat betekende dat de hele dag de telefoon bij ons thuis ging. Die telefoon was doorgeschakeld door het hele huis.
Behalve ’s morgens, want dan nam zijn assistente de telefoon op. Mijn vader deed in de ochtend zijn spreekuur en in de middag ging hij bij zijn patiënten langs. Hij nam altijd de telefoon op met een korte “Schaart”…. Hij hoorde de kwestie van de beller aan, pakte vervolgens uit zijn borstzak zijn blok met lege recepten, schreef er met een heus doktershandschrift het recept op en eindigde vaak het gesprek met: “Het recept ligt morgenochtend voor je klaar”. Of: “Kom maar met je zoontje straks even langs, dan kijk ik er even naar”.
Hij wapperde met zijn witte jas door ons huis, want de praktijk zat in het souterrain van onze dijkwoning. Als ik bij doktersassistente zat te tekenen, gaf hij mij altijd even een vette knipoog, voordat hij “Volgende” riep naar de wachtkamer.
Het moge je duidelijk zijn; ik was dol op mijn vader….
Mijn vader was een man van aanzien: in de jaren zeventig waren huisartsen namelijk nog notabelen: ze hadden veel status en de patiënt nam het woord van de arts altijd zonder mokken en tegenspraak over. Wat de dokter zei was waar en werd als heel belangrijk geacht.
Hij genoot van zijn aanzien. Hij liep vaak op zaterdag met mij aan zijn hand door de winkelstraat en hij werd dan om de 2 tellen even aangesproken,. “Dàg dokter Schaart”. Mijn vader antwoordde steevast de gestelde vragen en wist alles van zijn patiënten: de namen van de (klein) kinderen, de gedoetjes in de gezinnen, de geboortes en de overlijdens.
Hij ging ’s middags na een overvol spreekuur langs bij zijn patiënten die in het ziekenhuis lagen. Hij deed bevallingen, hielp bij euthanasie en had de meest humoristische en bloederige verhalen wanneer we met de familie een verjaardag vierde.
Hij was een familieman in hart en nieren en heeft tot zijn 68ste gewerkt. Hij wilde en kon niet stoppen na zijn pensioen: vond het te leuk om mensen te helpen. Hij werkte veel en het was vaak zwaar, maar hij had altijd een grote grijns op zijn bebaarde gezicht.
Ik vond het als dochter normaal, dat mijn vader zoveel wist van mensen en nu pas op mijn 52e jaar, zie ik steeds meer in hoe bijzonder het was dat hij zoveel details wist van zijn patiënten. En vooral dat hij zich consequent zoveel bekommerde om hem.
Terugdenkend aan mijn vader en zijn werk, heeft hij mij laten zien wat een missie kan zijn in je leven.
Zijn missie was om mensen te helpen.
Mijn moeder zorgde met veel liefde en aandacht voor haar 2 kinderen: mijn broer en ik. Ze is nadat wij de middelbare school hadden afgerond gaan studeren: Maatschappelijk werk. Nadat mijn moeder haar studie had afgerond ging ze werken in Rotterdam met mensen die langdurig werkloos waren en weer aan het werk moesten.
Mijn moeder spoorde vrouwen aan om uit hun bijstand te gaan en een eigen onafhankelijk leven op te zetten. En dat lukte haar vaak. Ook haar missie was om vrouwen en mannen te helpen. Bij hun financiën, bij het aanvragen van een nieuwe woning, bij een echtscheiding of bij huiselijk geweld.
Mijn moeder is op latere leeftijd de opleiding tot psychotherapeute gaan doen en nog steeds leer ik van haar. Ze is wijs, enorm grappig maar vooral volhardend in het helpen van anderen.
Het moge je duidelijk zijn: Ik ben ook dol op mijn moeder.
Net als mijn vader heeft mijn moeder zich ingezet om anderen een zetje te geven in hun leven, troost te bieden of een spreekwoordelijk schop onder hun kont. Beiden deden dat met hun eigen gereedschap: de medicijnen en geneeskunde, of gesprekstechnieken en het mobiliseren van externe hulpbronnen.
De reden dat ik dit werk ben gaan doen vind je hierboven, maar het is nog niet het complete antwoord. Het complete antwoord komt voort uit mijn eigen relatiebreuk en vooral de gevolgen ervan. Ik raakte in een diepe put nadat mijn toenmalige partner vond dat onze relatie geen toekomst had.
Ik kijk nu terug op deze relatiebreuk als een geschenk. Een pijnlijk geschenk, dat wel. Ik was er kapot van, maar het heeft mijn missie geopenbaard. Dit is waar ik dankbaar voor ben en waar ik iedere dag mijn bed voor uit ga. Met de missie van mijn ouders als stevig fundament.
Het zorgde ervoor dat ik ook de behoefte kreeg om mensen te helpen en een positieve impact te maken op hun leven. Als kinderpsycholoog had ik al het gevoel dat ik iets kon betekenen voor de kinderen en hun gezinnen die ik behandelde, maar toen ik begon te werken met volwassenen die te maken hadden met liefdesverdriet, voelde het alsof ik een nog grotere impact kon maken.
Ik geloof dat liefdesverdriet een van de meest pijnlijke ervaringen is die iemand kan doormaken. Het kan mensen in een diep dal brengen en ervoor zorgen dat ze het gevoel hebben dat er nooit meer een einde aan hun pijn zal komen.
Maar ik geloof ook dat er altijd hoop is en dat het mogelijk is om weer gelukkig te worden na een gebroken hart. Door mensen te helpen bij het genezen van hun pijn, hoop ik bij te dragen aan het herstel van hun zelfvertrouwen en hun vermogen om liefde te geven en te ontvangen.
Dus waarom ben ik een liefdesverdrietpsycholoog geworden?
Omdat ik geloof dat ik op deze manier een verschil kan maken in het leven van mensen en hen kan helpen om weer liefde en geluk te vinden. Het is niet altijd makkelijk, maar het is de moeite waard als ik zie hoe mijn cliënten zich ontwikkelen en groeien tijdens het proces van genezing.
En wie weet, misschien heb ik mijn roeping wel geërfd van mijn vader, die mij heeft geleerd hoe belangrijk het is om er voor anderen te zijn en hen te helpen als dat nodig is.
Madeira heeft me deze Pasen lekker laten uitrusten, ze heeft me laten bespiegelen en ze heeft me laten inzien dat ik lekker verder moet en mag gaan met mijn missie:
Mensen helpen bij hun gebroken hart!