Tot mijn grote plezier had C. een kroontje op haar hoofd en een prachtige zwierige koningsblauwe jurk aan, toen ze bij me binnen kwam zeilen. ‘Ik ben weer de koningin!’ riep ze uit. ‘Ik voel me weer helemaal goed. Ik heb precies gedaan wat ik wil.’ Breed lachend plofte ze neer en deed verslag van haar wraakactie.
Ik hield m’n hart vast.
Ze was een paar weken geleden verlaten door haar partner voor een andere vrouw. Woedend was ze geweest toen ze me belde. ‘Ik wil dit niet! Hoe kan het dat dit mij overkomt?’ We maakten gauw een afspraak en die eerste keer kon ze alleen maar briesen en razen. Ze vond het een got spe, dat de man die haar een aantal jaar op handen had gedragen haar pardoes van haar voetstuk had gekiept en er een ander op had gezet. Ze was als de koningin behandeld en als de voetveeg weggestuurd, zo voelde ze het.
Maar de week erna was ze een klein verdrietig hoopje mens en kon alleen maar huilen. En dat bleef een aantal weken zo: niet veel anders dan dikke tranen van verdriet zaten tegenover me.
Wraak!
Na een paar weken was er een kentering. Ze wilde wraak nemen, vertelde ze me. Ze was doodkalm en vertelde dat ze wraak nodig had om een streep te zetten onder haar woede en verdriet. ‘Ik vind dit allemaal zo oneerlijk en ik wil hem terugpakken. Hij komt er veel te gemakkelijk van af. Ik moet mijn energie kwijt. Dan kan ik erin berusten.’
Ze keek me met haar blauwe ogen verwachtingsvol aan. Ze wilde dolgraag dat ik toestemming zou geven voor haar plan. En ze voelde natuurlijk wel aan dat ik dat niet zou doen. Wraak is geen heilzame methode, wilde ik braafjes zeggen.
Maar toen bedacht ik me. ‘Hoe zou je dan wraak willen nemen?’ vroeg ik. ‘Zijn auto bekrassen. Een wagen met mest in hun tuin kwakken. Honderd keer bellen en dan ophangen. Hem bedreigen met een groot mes en zijn nieuwe vriendin ook. Zoiets.’ Tevreden keek ze me aan. Ik mocht kiezen, leek het wel. Maar toen zei ze het zelf: ‘Ik snap ook wel dat dat niet de goeie manier is, maar ik zou wel graag een daad willen stellen. Iets wat erg is en symbolisch, maar dat niet iemand echt pijn doet… zoiets.’ We praten nog wat door over de reden van haar wraakwens en wat het zou kunnen opleveren. ‘Ik ga er eens over peinzen’, zei ze bij het weggaan.
En toen kwam ze een week later dus zo koninklijk binnenzeilen. ‘Weet je wat ik gedaan heb?’ Ze giechelde heel tevreden. ‘Ik heb 34 pizza’s quattro formaggio laten bezorgen bij hen thuis afgelopen vrijdagavond. Ik heb er een briefje bij laten bezorgen: ‘Voor elke maand die ik met jou heb verprutst, één.’ heb ik erop gezet. Heerlijk! Hij haat pizza’s en hij gruwt van kaas. Ik ben heel tevreden. Ik had alleen zijn gezicht wel willen zien en dat van die nieuwe vriendin van hem.’