Ze zit met gebogen hoofd en afhangende schouders tegenover me. Ze komt al een half jaar een keer per twee weken bij me en haar verhaal is steeds hetzelfde. ‘Ik weet het niet hoor. Ik denk dat ik afscheid moet nemen van deze relatie, maar ik kan het niet, ik ben zo vreselijk gek op hem.’ Een paar keer per maand ontstaat er een vreselijke ruzie in de relatie van dit wat oudere paar, dat sinds anderhalf jaar bij elkaar is. En iedere keer weer zoeken ze elkaar na een paar dagen weer op. Ontstaat er weer een vurige hereniging, met fijne seks, veel praten, leuke uitstapjes…. Tot de volgende uitbarsting.
Ik zucht zachtjes, zodat ze het niet hoort. Ik vraag me af waarom ik, ondanks de voortdurende herhaling, maar geen genoeg krijg van dit verhaal. Ik hoor steeds dezelfde verzuchtingen en dezelfde afwegingen. Ik vraag me ook af of deze gesprekken ‘helpen’. En ik vraag me af waarom ze steeds weer terugkomt om te praten? Wat heeft zij aan deze gesprekken en wat fascineert mij toch steeds weer? Iets in me zegt me dat dat wel eens erg op elkaar zou kunnen lijken.
Ik bekijk peinzend het gekwelde gezicht tegenover me. Ik zie haar droevige ogen en druk pratende mond. Er is tijdens de sessie altijd een moment dat de tranen langs haar wangen stromen die dan weer woest worden weggeveegd met mijn tissues. Tegen het eind van de sessie komt er altijd een goede vette grap, waarmee ze haar ellende ook weer relativeert.
Ineens wellen de woorden in me op: ze wil heerlijk leven en lijdt daarom ook! Deze zoektocht in de liefde, van mensen die al zozeer gevormd zijn, met haken en ogen en distels en bloemen, allebei zoekende, gekwelde, maar ook sterke mensen, die allebei niet altijd de gemakkelijkste weg kiezen, die zo van elkaar genieten, die zo met elkaar vechten en met hun eigen dwaasheid moeten dealen.
Ze zoeken het leven bij elkaar, het echte leven, dus lijden ze en genieten ze. Van het leven zoals je het op zijn hevigst voelt: moeilijk soms en dan weer heerlijk. Dat is precies waarom ik het zo mooi vind, haar verhaal: ze leeft!